DE KAPITEIN VAN HET MARKERMEER
Het droneteam van de Alliantie:
“Gebruik van drones scheelt ons enorm veel tijd”
Af en toe hoor ik vanaf het water een zoem. Te hard voor een insect, te monotoon voor een vogel: dat kan alleen een drone zijn. Laatst zag ik twee mensen in jassen van de Alliantie op de dijk aan het werk met dit staaltje moderne techniek. Ik besloot mijn kans te grijpen en ze een paar vragen te stellen. Adri Schippers en Ben Smith, heten deze ‘surveyors’.
Jullie zijn voor de dijkversterking bezig, hè? Waar gebruiken jullie die drone precies voor?
Ben: “We verzamelen luchtfoto’s van bepaalde stukken van de dijk, die elkaar overlappen. Op basis daarvan maken we 3D modellen, waarmee we de exacte hoogte kunnen bepalen. Zo kunnen we bijvoorbeeld zien of een grondophoging voldoende is. Vroeger moesten we dat allemaal met een meetstok doen.”
Goed zeg! Daar bespaar je vast veel tijd mee?
Ben: “Enorm. Met een drone breng je in een uur in kaart waar we vroeger twee dagen voor aan het meten waren. Zeker voor lastig begaanbaar terrein is dat heel handig.”
Mogen jullie overal vliegen? Of zijn daar regels voor?
Adri: “Daar zijn zeker regels voor. Daarom moet iedereen die een drone wil besturen een speciale opleiding doen bij de RDW, de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Ons hele droneteam, zo’n zes man sterk, heeft een RDW-certificaat.”
“Met een drone breng je in een uur in kaart waar we vroeger twee dagen voor aan het meten waren”
De RDW? Van de rijexamens?
Ben: “Ja, het lijkt ook wel wat op de theorie van je autorijexamen: je leert waar je wel en niet mag vliegen en op welke hoogte. Niet hoger dan 120 meter, bijvoorbeeld, want dan kom je in het luchtruim voor vliegtuigen en dergelijke.”
Adri: “En we hebben te maken met privacywetgeving. Mensen willen natuurlijk niet dat je boven hun huis vliegt om naar binnen te kijken.”
Doen jullie dat dan wel eens?
Adri: “Natuurlijk niet! Daar zijn we helemaal niet op uit. Maar soms moet je over bebouwing heen om op een bepaalde plek bij de dijk te komen. Dat proberen we altijd zo goed mogelijk uit te leggen aan omwonenden. En wanneer er vragen zijn, mag iedereen naar ons toekomen, dan vertellen we wat we doen. We zijn goed herkenbaar aan onze jassen.”
Worden jullie vaak aangesproken als jullie aan het werk zijn?
Ben: “Regelmatig. Het is ook wel eens gebeurd dat iemand heel boos was, omdat er eerder met een drone te laag over haar paarden was gevlogen. Dat proberen we altijd te voorkomen.”
Adri: “We houden zoveel mogelijk rekening met de omgeving. Wanneer je bijvoorbeeld over een natuurgebied, een vliegveld of een militair oefenterrein wil vliegen, moet je je vooraf aanmelden via een speciale app. Daarvoor heb je eerst toestemming nodig.”
Is het lastig om een drone te besturen?
Adri: “Nou, wij kunnen het ook en wij zijn geen professoren.”
Ben: “ Onze drone’s zijn voorzien van GPS ontvangers. Wanneer je een drone stil in de lucht ziet hangen, is hij zichzelf voortdurend aan het corrigeren. Dat is nodig vanwege de wind.”
Adri: “ Voor het gebied waar we willen vliegen wordt een vluchtplan gemaakt. We selecteren een gebied en de software bepaalt zelf de banen om heen en weer te vliegen. Deze kunnen we waar nodig aanpassen.”
Gaat er ook wel eens iets mis?
Adri: “Drones worden wel eens aangevallen door vogels. Die zien het als een vijand. Logisch ook. Dan overleggen we met onze ecoloog.”
Ben: “En als er bijvoorbeeld een traumahelikopter langskomt, zoals in Hoorn wel gebeurt omdat daar een ziekenhuis is, dan moeten wij natuurlijk wijken.”
Kan een drone nog meer kunstjes dan foto’s maken?
Adri: “Je kan er ook een warmtecamera onder hangen. Politie en brandweer gebruiken die techniek bijvoorbeeld om hennepkwekerijen of brandhaarden op te sporen.”
Ben: “En ik hoorde pas dat een drone dankzij bepaalde AI-software Japanse Duizendknoop kan waarnemen. Dat is een woekerplant die je als agrariër echt niet op je land wilt.”
Wordt het daardoor drukker in de lucht?
Ben: “Zeker, dat merken we wel. Hoe meer ermee kan, hoe meer drones er gebruikt worden. Daarom worden de regels ook steeds belangrijker.”