PROJECTUPDATE
Mijlpaal: hulpscherm Volendam staat op z’n plaats
Het hulpscherm in Volendam is geplaatst. Op het moment dat we omgevingsmanagers Renie Ralduin en Herman van den Brink spreken, lopen de werkzaamheden voorspoedig, maar zijn ze nog niet klaar. Pas als de laatste plank er zonder noemenswaardige problemen in zit, kijken ze er tevreden op terug.
Sinds 23 oktober jongstleden zit Renie eerste rang: vanuit de keet van de Alliantie kan ze elke plank van het hulpscherm geplaatst zien worden. “Op dit moment zijn ze een mal aan het neerleggen voor de volgende rij planken, dus er hangt even niks in de kraan, maar het werk vordert gestaag. Per werkdag staan er tien planken gepland; de ene dag zijn het er elf of twaalf, de andere dag negen.” Het weer is een belangrijke factor. Herman: “Wanneer het te hard waait, zo vanaf windkracht zes, kunnen we niet hijsen. Zo’n zware stalen plaat gaat dan zwenken en je krijgt ‘m niet goed gesteld. Hij moet exact waterpas de dijk in.” Ook de regen vergemakkelijkt het werk niet. “Het peil van het Markermeer is de laatste weken gestegen door de aanhoudende regen”, zegt Herman. “We hebben extra zand en stenen aangebracht, maar dat kun je niet onbeperkt doen, omdat de dijk anders te zwaar belast wordt.” Renie vult aan: “Af en toe pompen we water van de werkbaan. De kraan staat op stevige balken, maar alles is natuurlijk kletsnat. So far, so good.” Zorgvuldige voorbereiding De dijkversterking is al jaren in voorbereiding. Vooraf is er veel contact geweest met de aanwonenden van de dijk. Renie: “De werkzaamheden geven geluidshinder. Pal op de gevel kan de geluidssterkte oplopen tot boven de 80 Decibel. Bovendien waren aanwonenden bang voor schade aan hun huizen. We hebben een onafhankelijk schadebureau in de arm genomen en houden alles nauwlettend in de gaten. Tot nu toe is er één schademelding binnen, van een aanwonende met een scheurtje in het stucwerk. Daar maken we uiteraard passende afspraken over.” Slechts weinig aanwonenden maken gebruik van de door de Alliantie aangeboden alternatieve verblijfsruimtes in Marinapark Volendam. “Toen we net van start gingen, was er wel een aantal bewoners dat uitweek naar het huisjespark”, vertelt Herman. “Maar toen zij van hun buren hoorden dat het in de praktijk wel meeviel met de geluidshinder, werd dat aantal steeds kleiner. Mensen slapen toch het liefst in hun eigen bed.” Renie: “Het is natuurlijk fijn om te horen dat de bewoners het mee vinden vallen met de overlast. Een bewoner zei zelfs tegen me: ‘Wat een poeha om niks’. Maar ja, iedereen beleeft hinder anders.”
Renie: “Het is fijn om te horen dat bewoners de overlast vinden meevallen”
Overlast valt mee, vinden aanwonenden
Thomas Tol, aanwonende van de dijk, herkent de opluchting: “De overlast valt hartstikke mee”, zegt ook hij. “Toen de damwand recht voor onze deur werd aangebracht, zijn we een dagje naar familie op Urk gegaan. Toen we ’s avonds thuiskwamen, waren ze alweer een stukje verderop bezig.” Sowieso wil hij geen kwaad woord horen over de dijkversterking. “We kijken nu uit op een bouwput. Dat is in het donker een beetje sinister, vooral met dit weer, maar ik weet zeker dat het harstikke mooi wordt.” En zijn buren, hoe reageren die? Thomas lacht. “Oud en jong reageert zo’n beetje hetzelfde: ‘Was dit het nou?’”
‘Mag ik er even langs?’
De bewoners van Volendam ondervinden volgens Renie nog de meeste hinder van het feit dat ze hun vaste wandel- of fietsrondje niet kunnen maken. “Ik maak regelmatig een praatje met bewoners en dat vinden ze echt lastig. Ook de verkeersregelaars merken dat: voorbijgangers zeggen vaak tegen ze dat ze er langs willen. ‘Dat kan toch wel?’, zeggen ze dan en soms wurmen ze zich zelfs langs de schrikhekken.”
Nu er ook linten zijn aangebracht helpt dat wel iets. Herman: “We hebben de verkeersregelaars geïnstrueerd om mensen bij vragen of klachten naar de keet door te verwijzen. Hier kunnen we even een praatje met ze maken en uitleggen waartoe de veiligheidsmaatregelen dienen en wat er op het moment allemaal gebeurt. Daar wordt goed gebruik van gemaakt, de drempel is blijkbaar laag genoeg. Dat is fijn: zo hebben we veel Volendammers een beetje leren kennen.”