DIJK VAN EEN VONDST
Waar zijn de bommen?
In de dijk, in de grond ervoor en in het water van de voormalige Zuiderzee liggen talrijke overblijfselen van voorbije tijden. Soms archeologische schatten zoals een baardmankruik of zilveren tabaksdoos uit de 17e eeuw. Maar het kunnen ook niet-ontplofte bommen, mijnen en andere munitie uit de Tweede Wereldoorlog zijn. Op 29 januari 2025 meldde de Volendamse amateurarcheoloog Nico Kwakman dat hij sterk het vermoeden had dat er in het water tussen Volendam en Katwoude bommen zouden liggen die in 1942 door een Engels gevechtsvliegtuig gedumpt waren. Wat werd er toen in werking gezet? Archeoloog Jan-Willem Oudhof en omgevingsmanager Doede Boomsma leggen het uit.
“Allereerst het laatste nieuws,” stelt omgevingsmanager Doede Boomsma. “Een gespecialiseerd bureau voor Opsporing van Ontplofbare Oorlogsresten (OOO), zoals het officieel heet, heeft alle aanwijzingen die er waren zorgvuldig onderzocht. De conclusie luidt dat er onvoldoende feitelijke gegevens zijn om het vermoeden te ondersteunen. Het advies is de werkzaamheden weer voort te zetten. Daarbij hanteren we zoals gebruikelijk het protocol Toevalsvondsten.”
Nieuwe informatie boven water
Aanleiding van dit onderzoek was de melding van Nico Kwakman, de amateurarcheoloog die al 28 jaar onderzoek doet naar gevechtsvliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog die rond het Markermeer slag leverden. Doede: “Nico Kwakman vroeg op 29 januari in een artikel in de krant: ‘Waar zijn de bommen?’ Hij waarschuwde dat er mogelijk op de plek waar gegraven werd één of meerdere bommen uit de Tweede Wereldoorlog liggen. Op 26 maart 1942 stortte namelijk een Engelse bommenwerper neer na een gevecht met een Duitse nachtjager. De bemanning is geborgen, maar mogelijk zijn de bommen uit voorzorg gedumpt, ergens in het water tussen Volendam en Monnickendam.”

Zwemmen tussen de bomvinnen
Veel hiervan was al wel bekend, legt Doede uit. “Maar er kwam nieuwe informatie naar boven. De Groninger Theo Boiten beluistert Britse tapes: de Britten namen ten tijde van de oorlog namelijk alle Duitse (lucht)communicatie op. Boiten publiceert hier boeken over en daarin bevestigt hij dat het vliegtuig in het Monnickenmeer was neergestort nadat het onder Edam was aangeschoten door de nachtjager. Daarmee werd het vraagstuk over de verdwenen bommen concreter en met dat verhaal kwam Nico Kwakman naar buiten. Na het krantenartikel hierover meldde Jan Veerman zich: zijn vader vertelde vroeger het verhaal dat hij tussen de bomvinnen had gezwommen. Dat was genoeg aanleiding om het werk op deze locatie tijdelijk stil te leggen en een nieuw onderzoek te starten.”

Jan-Willem:
”Het opsporen van Ontplofbare Oorlogsresten is wel een specifieke tak van sport”
Opsporing Ontplofbare Oorlogsresten
“Ontplofbare Oorlogsresten (OO) leveren risico’s op tijdens bouwtrajecten,” aldus Doede. “Uit eerder onderzoek van de Alliantie Markermeerdijken bleek dat de locatie geen risicogebied was, maar vanwege het krantenartikel hebben we de Explosive Clearance Group (ECG) ingeschakeld: een onafhankelijke specialist en adviseur op het gebied van ‘OOO’. Het werk aan de dijk hebben we ter plekke tijdelijk stilgelegd.”
Waar wijkt het onderzoek van ECG af van eerder onderzoek? Jan-Willem Oudhof leidt het archeologisch onderzoek bij de Alliantie Markermeerdijken. “Het opsporen van Ontplofbare Oorlogsresten is wel een specifieke tak van sport, maar ons onderzoek in en om de dijk kent zeker raakvlakken. Ook wij starten met bureauonderzoek. We bekijken oude kaarten, historische manuscripten en verhalen uit de overlevering: ze worden uitvoerig onderzocht om te bepalen of er archeologische voorwerpen aanwezig kunnen zijn. Voor de waterbodem maken we gebruik van een sonarboot. Hiermee kun je op en in de bodem voorwerpen zien liggen. Met hulp van een magnetometer, een apparaat dat magnetisme meet, weten we of het metalen voorwerpen betreft. De vorm van het sonarbeeld en hoeveelheid metaal kan op een schip, een anker of een kanonskogel duiden, maar in sommige gevallen kan het een aanduiding zijn van explosieven. En daar raken onze vakgebieden elkaar nogmaals.”
Onderzoek met een sonarboot
“Toen de vaargeulen voor de zandschepen van de dijkversterking werden aangelegd, zijn archeologisch en OOO-onderzoek gecombineerd gedaan met een sonar en magnetometer,” vervolgt Jan-Willem. “Sommige locaties waren mogelijk interessant vanuit archeologisch oogpunt. Bij dit gecombineerde onderzoek hadden we op een gegeven moment een sterk signaal met de magnetometer, waarop een duiker naar beneden is gegaan. Binnen twee tellen riep hij: ‘Ik heb hem!’ Dat bleek een wiel van een vrachtwagen te zijn, die gaf een enorme hoeveelheid magnetisme af. Bij dat onderzoek zijn geen Ontplofbare Oorlogsresten gevonden, wel interessant wapentuig uit de 17e eeuw. Twee kanonskogels aan elkaar, die ronddraaien en zo gemakkelijker een mast stukschieten. Vanuit archeologisch perspectief een leuke vondst. Ze liggen nu in het minimuseum De Waterwolf bij Molen De Breek.”
Jan-Willem benadrukt dat gebied echter te groot is om volledig minutieus te doorzoeken met een sonarboot. “Het is niet voor te stellen hoeveel oud ijzer op de waterbodem ligt. Om verder te kijken, moet je toch meer aanwijzingen hebben. Het lastige van ooggetuigenverslagen is dat het lang geleden is, waardoor je nooit helemaal zeker weet of het over die specifieke plek gaat. Je moet echter het zekere voor het onzekere nemen: bij twijfel niet inhalen.”

Doede:
”De kans dat er een eventuele bom ligt, is nihil”
Nieuw onderzoek met duidelijke conclusie
ECG verzamelde daarom alle informatie, zowel historisch als recent, om opnieuw te verifiëren of er mogelijk afwerpmunitie in een bepaald deel van het werkgebied ligt. Doede: “Er kwam nog meer informatie boven water. Van de heer Kraaij ontvingen we op 1 maart een handgeschreven brief waarin hij vertelde dat zijn vader, die zijn hele leven op een boerderij vlak bij de locatie heeft gewoond, nooit enige aanwijzing heeft gegeven over bommen. En ECG gaf na onderzoek in hun rapportage aan dat het aannemelijk is dat de bommen in de Gouwzee zijn beland, vanwege het feit dat er een bominslag bij de Hoek van de Noord heeft plaatsgevonden in de nacht van de vliegtuigramp. Dit is te zien op luchtfoto's van drie maanden na de bominslag, waarbij ook de waterleiding van Marken kapotging. De conclusie van ECG luidt dat er geen feitelijk te staven aanwijzingen zijn die duiden op aanwezigheid van bommen. Samen met het feit dat we nu werken in of boven naoorlogse geroerde grond, leidde dat tot het advies om door te gaan met de werkzaamheden.”
En dat is wat er gebeurt, aldus Doede. “We vervolgen ons eerder opgestelde stappenplan en hebben de werkzaamheden veilig herstart. De kans dat er een eventuele bom ligt, is nihil. Maar uiteraard is altijd voorzichtigheid geboden. De Alliantie Markermeerdijken neemt daarom signalen uit de omgeving serieus, we danken de heer Kwakman hierin voor zijn oplettendheid. Deze case kunnen we nu afronden en we gaan ons uiterste best doen om de verloren tijd in te halen.”