DE KAPITEIN VAN HET MARKERMEER

Even bijpraten met Remco

Als Kapitein van het Markermeer vaar ik tijdens de dijkversterking met mijn hondje Bennie langs plekken waar gewerkt wordt. Daar praat ik met mensen die bij het project betrokken zijn, op zoek naar bijzondere verhalen. Bij de loswal bij Warder ontmoette ik van de week een oude bekende: Remco den Hertog, de manager van het middelste deel van de dijkversterking. Ik was benieuwd: hoe gaat alles tot nu toe?

Hé Remco, wat leuk dat ik je hier weer tegenkom! Zo’n anderhalf jaar geleden stonden we hier ook. Toen waren jullie volop bezig met zand storten. Ik zie nu vooral veel klei, klopt dat?

“Ja, dat zie je goed, Rohald. Dat zand was nodig om de slappe veenondergrond vóór de dijk te verzwaren. Daardoor werd die grond in elkaar gedrukt en werd hij steviger. Inklinken noemen we dat. Dat is nu allemaal klaar, dus dat zand hebben we er inmiddels weer afgehaald. In dit gedeelte zijn we nu bezig met de afbouwfase. Dat houdt in dat we eerst klei aanbrengen en daarna komen er stenen op. In het zuidelijke deel van ‘mijn’ gebied, bij Volendam, zijn we net begonnen met de werkzaamheden.” Juist. Dat klinkt alsof het allemaal voorspoedig verloopt. Zit er nooit iets tegen? “Jazeker, ondanks alle zorgvuldige voorbereidingen lopen dingen ook wel eens anders dan verwacht.” Vertel eens…? “Nou, voor dat inklinken waar ik het net over had, plaatsen we een soort verticale afvoerstrips in de grond. Door de druk van het zand, komt het opgedrukte vocht in de bodem door die strips naar boven. Verticale drainage noemen we dat. Om dit te versnellen, gebruiken we soms ook pompen. Dit heet vacuümconsolidatie. In de strenge vorstperiode van februari 2021 hadden we een aantal pompen in een sectie van de module uitgezet, om vorstschade te voorkomen. Toen we ze weer wilden opstarten, bleek dat het systeem verstopt was. Het heeft ons veel tijd gekost om het schoon te maken om verder te kunnen. Gelukkig was dat niet direct een ramp voor de planning, omdat het precies in het deel was waar we als laatste gaan afbouwen. En door wat extra verzwarend zand te storten, lopen we toch aardig in de pas.”

Dat is mooi! Hebben jullie eigenlijk nog last van de droogte gehad? “Jazeker. We hadden hier natuurlijk veel zand liggen en dat ging verstuiven. Om dat binnen de perken te houden, hebben we tractoren met watertanks laten rondrijden om het zand te besproeien, zodat het niet wegwaaide. Waar we ook last van hadden, is dat het water in de grote rivieren heel laag stond. Dat klinkt misschien gek, maar dat heeft te maken met het feit dat de stenen en andere materialen voor onze dijk worden aangevoerd via vrachtschepen die over die rivieren moeten. Door de lage waterstand konden die schepen soms maar voor de helft beladen worden. Dat maakte dat het langer duurde om alles hier te krijgen. Ander gevolg van de droogte was dat we de vers aangebrachte klei op de dijk moesten besproeien, om deze goed te kunnen verdichten en verwerken.” Dat van die lage waterstanden had ik inderdaad meegekregen. Maar ik had geen idee dat dit ook invloed op jullie project kon hebben. Hebben jullie nog meer van dit soort onverwachte dingen gehad? “Ja, door de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis die daardoor is ontstaan, is het voor vrachtschepen de laatste tijd rendabeler om kolen te vervoeren dan onze klei, die uit België komt. We zouden na de bouwvak met de klei beginnen, maar we zagen van tevoren al aankomen dat we een tekort zouden hebben. Bovendien: in oktober begint zo’n beetje het natte seizoen. Dan kun je de klei niet goed meer verwerken. Uitlopen was dus geen optie.”

Toch zie ik hier nu veel klei. Hoe hebben jullie dat dan opgelost? “Al vóór de bouwvak zijn we met enkele binnenvaartschippers in gesprek gegaan. Samen hebben we gekeken of ze vanaf hier een vracht mee terug konden nemen naar België, zodat het heen en weer varen gunstiger voor ze werd. We hebben echt geprobeerd om die schepen aan ons te binden en dat is gelukt. We hebben nog steeds minder klei dan verwacht, maar we weten nu dat we het gaan redden om in deze module vóór de herfst met klaar te zijn met de klei-fase.” Het is eigenlijk net schaken op verschillende borden, zoals jullie bezig zijn. “Ja, de grote les van de afgelopen periode is wel: hoe zorgvuldig je je onderzoek en je voorbereiding ook doet, de praktijk kan altijd anders zijn. Gelukkig hebben we veel zó kunnen oplossen dat de vertragingen meevielen, maar dat biedt helaas geen garantie voor zaken waar we in de toekomst nog tegenaan kunnen lopen. Dat maakt dit werk ook zo uitdagend, iedere dag brengt weer wat anders. Maar tot nu toe ben ik heel tevreden over hoe alles loopt en hoe iedereen het doet. Hier staat een trotse man.”