SURVEYOR ALBERT ALMA

“Het mooiste van dit vak is toch wel die techniek”

Gaat u wel eens kijken bij de werkzaamheden aan de dijk? Dan ziet u daar misschien een klein, knaloranje bootje varen. Dat wordt vanaf de wal bestuurd door Albert Alma, die daar allerlei metingen mee verricht. Hij legt uit waarom die nodig zijn.

Ontwerpen worden bedacht op het droge, maar onder water vallen dingen soms anders uit. “Zo kun je te maken krijgen met stromingen die je niet kunt voorzien”, schetst Albert. “Daardoor kan bijvoorbeeld zand verschuiven en dat zie je niet door het water heen. Door tijdens het werk metingen te doen, kun je bijsturen waar nodig, voordat je de volgende stappen zet. Zo blijft alles volgens het ontwerp gaan.” Sonar Er bestaan peilboten met apparatuur waarmee je de waterbodem in kaart kunt brengen, maar die kunnen niet zo ‘kort op de kant’ komen, omdat het daar vaak erg ondiep is. En dat is juist waar de dijkversterking plaatsvindt. “Vroeger waren er mensen die in zo’n waadpak het water in gingen, maar dat mag niet meer vanwege de veiligheidsregelgeving”, weet Albert. “Vandaar dat we nu dit kleine bootje hebben. Dat bevat een echolood, dat geluidsgolven naar de bodem zendt. Via het tijdsverschil tussen het zenden en ontvangen van het signaal kunnen we de waterdiepte bepalen. De locatie van de gemeten bodemdiepte leggen we vast met een real time GPS-meettoestel. Op dit moment gebruiken we het bootje bij strekdam 5, bij gemaal Westerkogge. Daar worden nu zinkstukken geplaatst. Zinkstukken zijn doeken waarop een raster gevlochten wordt van wiepen (wilgentenen). Dit zorgt ervoor dat de stenen op de dijk blijven liggen en de ondergrond niet wegspoelt.”

”Wij peilen voor ieder zinkstuk om te zien of alles goed ligt en het volgende erop kan”

Relaxt Albert werkt al zeven jaar met dit bootje en bij het project van de Markermeerdijken doe hij dat samen met zijn collega Victor Peters. Daarvoor zat hij ongeveer anderhalf jaar op de grote peilboot van Boskalis. Dat is Alberts werkgever en een van de partijen in de Alliantie Markermeerdijken. “Ik ben op het droge begonnen”, vertelt hij. “Dat natte is zo’n beetje gegroeid. Ik kwam aan de Houtribdijk te werken – waar ik overigens alle metingen met dit bootje heb gedaan - en raakte gefascineerd door het wereldje van grote zandzuigers en stortpijpen op het strand. Het zijn over het algemeen ook relaxte mensen die dat werk doen, daar voel ik me wel bij thuis.” Toch heeft Albert zijn mooiste herinneringen aan een project op het land: de spoorbrug over de A1 bij Almere. “Die werd langzaam over de weg heen geschoven”, vertelt hij. “Vooraf hadden wij een laserscan op een auto van Boskalis gebouwd, waarmee we de weg in 3D konden scannen. Met die auto konden we ter plekke constateren of er zetting optrad (zetting is het proces waar grond onder invloed van een belasting wordt samengedrukt, red.). Dat was wel erg gaaf.” Alleskunner Het is duidelijk: Albert vertelt met veel enthousiasme over wat hij doet. Wat maakt dit werk voor hem nou zo leuk? “Het is de afwisseling van buiten meten en binnen de gegevens verwerken”, antwoordt hij. “Dat laatste doe ik regelmatig thuis, in Hardegarijp (Friesland, red.). Maar het mooiste is toch wel de techniek. Bij Boskalis zijn ze ook bezig met drones en daar heb ik inmiddels mijn papieren voor gehaald. Al die nieuwe ontwikkelingen, daar wil ik bij zijn. Dat maakt dat ik van veel technieken af weet en bij allerlei soorten metingen kan worden ingezet. Dat komt bij dit project heel goed van pas.” Zolang er aan de Markermeerdijken wordt gewerkt, moet er worden gemeten. “Ik denk daarom wel dat ik tot het eind bij dit project betrokken zal blijven”, verwacht Albert. “Daarna? Ik vermoed dat ik zal worden ingezet bij een project in Zwolle dat eraan komt. Inderdaad, dat wordt weer veel op en neer rijden. Net als veel van mijn collega’s maak ik zo’n 60.000 tot 80.000 kilometer per jaar: waar het werk is, word je heen gestuurd. Maar een keertje iets in Friesland zou ook wel fijn zijn!”