EEN DIJK VAN EEN VONDST
Dijkversterkingen uit het verleden
Watersnoodrampen: in het gebied rond Warder en Edam was het in de 18e eeuw regelmatig raak. Tussen 1701 en 1776 braken hier maar liefst negen keer de dijken door, met rampzalige gevolgen. Dat vroeg toentertijd om intensieve dijkreparaties, waarvan de meeste locaties bekend zijn. Maar archeoloog Jan-Willem Oudhof kwam met zijn team ook een aantal onverwachte dijkreparaties tegen. Dat wekte zijn nieuwsgierigheid!
“Tijdens het afgraven van de dijk kwamen we in de polder Zeevang een paar interessante, maar onbekende reparaties tegen. Vermoedelijk stammen ze van de watersnood van 14 en 15 november 1775. Een watersnood die vooral in de polder hard aankwam. De dijk is hier op zeven plaatsen doorgebroken: driemaal rond Warder en vier keer in de buurt van Edam. Daar kolkte het water het land binnen, er zijn nog dramatische tekeningen van. Het enige voordeel was dat het winter was en de koeien op stal stonden, maar er zijn duizenden schapen verdronken, boerderijen vernield en het zoute water was zeer slecht voor de oogst.
Kolkend water door dijk
Nu hebben we de Afsluitdijk en Houtribdijk. De impact van het water wordt bedwongen, maar destijds was dit nog de Zuiderzee: een watermassa met eb en vloed die een trechter ingedrukt werd. Bij storm klotste dat water over de rand. Van een historische tekening weten we wat de schade aan de dijk in 1775 was. Je ziet waar bij Edam en Etersheim de gaten lagen, met een profiel dat laat zien hoe diep deze doorbraken waren. Daar stroomde het water dwars door de dijk heen. Meestal zijn daar binnendijks nog doorbraakwielen van te zien, zoals de Groote Braak en de Hintjes Braak. Op zo’n doorbraakplek met een waterpartij achter de dijk, ziet de dijk er van binnen ook anders uit. Het gat is zo snel mogelijk met van alles en nog wat gevuld om het dicht te krijgen. Er zijn zelfs gevallen bekend waar een schip voorgezet is. Want zo’n gat dichten vraagt man en macht. In dit geval heeft het tot het voorjaar van 1776 geduurd voor de dijk weer helemaal dicht was. En op 20 en 21 november 1776 was er weer een dijkdoorbraak. Konden ze weer opnieuw beginnen...
”Op een doorbraakplek ziet een dijk er van binnen anders uit”
Na de storm
Nu kunnen we het ons niet meer voorstellen dat er zoveel overstromingsrisico was, maar de dramatische watersnoodramp van 1953 kennen de meeste mensen nog wel. En met Valkenburg recent op ons netvlies, ervaren we weer hoe kwetsbaar we zijn ten opzichte van het water. Dat moet in de 18e eeuw zoveel sterker zijn geweest, met wel negen watersnoodrampen! De mens wikt en God beschikt, zo moet het gevoeld hebben. Maar in 1775 is de dijk niet overal zo heftig doorgebroken. Op twee plaatsen kwamen we over tientallen meters wiggen met klei en houten beschoeiingen tegen: constructies met houten palen en planken die daar gemaakt zijn om de vernielde dijk te verstevigen. Waarschijnlijk liep het water via andere doorbraken de polder in, waardoor de druk op deze twee zwakke plaatsen afnam. Je kunt zien dat de reparaties geen haastwerk zijn geweest, maar dat ze netjes zijn gemaakt: dat impliceert dat het kon. De storm was gaan liggen, de grote gaten zijn snel gedicht, waarna de zwakke plekken goed zijn verstevigd.
Onderzoek in bronnen
Houten palen kunnen we dateren en daaruit kunnen we concluderen dat iets bij een bepaalde watersnoodramp hoort. Zeer waarschijnlijk zijn de gevonden versterkingen van 1775. Maar houten palen lagen soms ook wat langer in de opslagschuren en deze palen kunnen dus enkele jaren ouder zijn. Daarom vullen we onze wetenschappelijke gegevens aan met de bronnen die er van de meeste dijkdoorbraken zijn geweest. Mooi hoe door onze huidige dijkversterking de versterkingen van toen bloot komen te liggen. Wij documenteren alles en daarna komt het weer onder de nieuw versterkte dijk te liggen, de geschiedenis veilig geconserveerd voor de komende eeuwen.”