ADVISEUR GEOTECHNIEK ANNE BÄCKER

“Elk getal gáát ergens over”

Als geotechnicus houdt Anne Bäcker zich bezig met grond. En dan vooral met hoe sterk die is en hoe die vervormt: belangrijke zaken bij het werk aan een dijk. Anne maakt veel berekeningen, maar haar werk draait niet alleen om cijfertjes, vindt ze. “Wat wij bedenken, heeft impact op het dagelijks leven van omwonenden.”

”Een dijk moet natuurlijk stevig en stabiel genoeg zijn om hoog water te weerstaan. Maar ga je hem ophogen, dan wordt de grond daaronder samengedrukt en zakt de dijk steeds een klein stukje. Daar moet je dus rekening mee houden bij het opleveren. Ook kan grond onder druk horizontaal gaan schuiven. Staan er woningen in de buurt, dan kunnen die meebewegen. Daarom berekenen we voor ieder gebouw of ander object binnen 50 meter van onze werkzaamheden wat we kunnen verwachten qua grondvervorming. Kan een woning dat waarschijnlijk niet aan, dan gaan we verder rekenen en passen we het ontwerp aan. En daarna houden we alles natuurlijk heel goed in de gaten en sturen we bij waar nodig.” Slimme oplossingen “Het leuke van geotechniek vind ik de onzekerheid. Grond is niet doorzichtig, dus je weet nooit helemaal zeker wat je aantreft. Er zijn mensen die daar bloednerveus van worden. Die zeggen bijvoorbeeld: ‘Doe mij maar staal, dat reageert altijd hetzelfde.’ Maar ik houd er juist van dat nog niet alles ontdekt is. Geotechniek heeft de reputatie heel technisch te zijn, maar dat ervaar ik zelf niet zo. Je hebt het wel over getallen, maar die gáán ergens over: wat gebeurt er straks met iemands huis, is de dijk straks echt veilig? Het kan zover gaan, dat bijvoorbeeld een gebouw niet gesloopt hoeft te worden als wij een slimmer ontwerp maken. Of dat omwonenden minder overlast zullen ervaren als wij net even een stapje verder gaan in het vinden van creatieve oplossingen. Dat vind ik een mooi aspect van mijn vak.”

”Ik heb nog nooit zoveel geotechnici bij elkaar gezien als bij dit project”

Belangstelling “Wat dit project voor geotechnici uitdagend maakt, is dat het de eerste versterking is die volgens nieuwe landelijke normen wordt uitgevoerd. Voorheen was gebruikelijk dat je een dijk bréder maakte als je hem wilde versterken. Maar wij versterken juist de óndergrond en dat is nieuw. Het maakt dat vakgenoten dit project met belangstelling volgen. Ik heb overigens nog nooit zoveel geotechnici bij elkaar gezien als bij dit project. Ik heb hier collega’s van alle drie de partners in de Alliantie, maar er zijn ook geotechnici van ingenieursbureaus aangetrokken, zoals Arthe Civil & Structure, waar ik in dienst ben. Samen met twee andere adviseurs werk ik als een soort vliegende kiep op het project en houd ik me vooral bezig met de ‘bijzondere gevallen’: voorvallen die het ontwerpproces verstoren en waarvoor apart een oplossing moet worden bedacht. Ook probeer ik de ervaringen van het ene deelgebied mee te geven aan het andere.” Warm bad “Ik doe dit werk al twintig jaar. De ene helft daarvan ben ik bezig geweest met dijken, de andere helft met omgevingsbeïnvloeding. In dit project komen beide samen en daardoor voelt dit voor mij als een warm bad. Ik werk deels thuis in Utrecht en deels vanuit het hoofdkantoor in Katwoude. Maar ik ga ook vaak kijken op plekken waar wordt gewerkt, zoals nu in Uitdam. Dat vind ik belangrijk, anders blijf je zo hangen in de theoretische werkelijkheid. Hoe lang ik nog bij dit project betrokken blijf, weet ik niet precies. Ik kan me voorstellen dat ik langzaam afbouw naarmate het project vordert – hoewel je altijd onverwachte dingen blijft houden. Voorspellingen maak je immers zo goed mogelijk, maar soms is de werkelijkheid anders. Dan moet je je plan bijstellen.”